Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen bracht men voor [11]de gouden vaten, [12]die men uit den tempel van het huis Gods, die te Jeruzalem geweest was, [13]weggevoerd had; en de koning en zijn geweldigen, zijn vrouwen, en zijn bijwijven dronken daaruit. 11. Het kan wel zijn dat er ook zilveren vaten gebracht zijn, maar dat de profeet hier alleen de schoonste en kostelijkste noemt. 12. Aldus pocht deze koning, en is moedig op den kerkroof van zijn vader. 13. Zie de historie 2 Kon.24: en 2 Kon.25:.